In the end we stayed almost a week in Antigua! Auke climbed up an active volcano
From Antigua, we went into the highlands to Lake Atitlan, a beautiful lake surrounded by mountains and volcanoes:
We also went to the market in Chichicastenango (‘Chichi’), originally the biggest indigenous market in Guatemala, and by now a (nice) mix of indigenous and touristy. It is a huge labyrinth with stalls full of souvenirs, cloth, indigenous clothes, tools, household goods, groceries and food. For the full picture, add the colourful traditional clothes worn by the indigenous visitors (and they outnumber the tourists by far). At peak time it is like a rugby scrum with people passing us left, right and seemingly even under us. Also ideal for pickpockets, and here my wallet was stolen for the first time in my life! The thief was not really lucky, as it contained only 7 Quetzales = € 0,63 and a button. The mistake I made is that I thought the pocket with zipper and button would not only be secure enough, but also too low to be interesting. However, as the people are only about 5 foot tall, it was probably exactly at the perfect height....
The good thing was that, as they felt free to take my money what I didn’t like, I felt free to take pictures, something they do not like so much. I know, not really logical, but it gave me nice pictures!
As we had been taking it really slow since Tulum, by then we felt like speeding up a bit. Which was good, as we were ready to leave Guatemala, and as in two weeks time a yacht was planned to leave the Panamanian coast for a 5 days sailing trip via the San Blas islands to Cartagena in Colombia, which can also take 2 motorcycles on board! So that is how we will cross the ‘Darian gap’ (there is no overland connection between Panama and Colombia East – the gap is in the Panamanian area called Darien). So a perfect solution for us!
So now we had a boat to catch, and we started our travel from Guatemala through El Salvador, a bit of Honduras, Nicaragua and Costa Rica to Panama-city. In total around 2500 kilometres, so easily doable in two weeks as the main roads (which sometimes is the only road) are at least pretty good, and with some time left to stop at the couple of things we wanted to see on the way, and to do 5 border crossings, which is not always a pleasure…. For us each border crossing consists of 4 steps: immigration (for us) and customs (for the bikes) to leave one country, and after that immigration and customs to enter the next country. Sometimes an additional step is to get a liability insurance, or to make copies of stamps and/or documents we just received (for some reason at every border they can make prints and sometimes even fancy stickers, but no copies. So we have to make the copies for them of the documents and stamps they just gave us). As for these five border crossings, the prizes for
- Friendliness go to immigration and customs of entering El Salvador
- Cheapest entry is also for El Salvador – the only one without any fee and without insurance
- Most sorry attempt to get money for unclear reason is also for entering El Salvador: when the customs official at the barrier did the final check of our papers, another man in another uniform came up to us and told we had to pay $5 for using the road. The way he asked somehow already showed that also he did not really expect that we were going to pay. And he was right…..
- Most efficient customs procedure for entering Nicaragua
- Most unclear procedure for customs exiting Nicaragua (maybe they could visit their colleagues at the other end of the country?)
- Filthiest border for entering Honduras (there were no garbage bins around, but the wind did actually clean up the streets a bit)
- Longest time waiting in line: for entering Costa Rica (1½ hour in one line)
- As a result of the 2 above, the prize for the longest border crossing is for exiting Nicaragua – entering Costa Rica, with a total time of 4 hours (but that’s still far from our all-time record of 7½ hours for exiting Libya – entering Egypt)
- The fastest total crossing was 1½ hours for exiting Costa Rica – entering Panama
On our 5-country-trip we mainly enjoyed the beautiful landscapes, with the most beautiful scenery being in El Salvador
In El Salvador we also went to Perquin, a place in the mountainous northeast of the country, where the guerrilla movement FMLN once had its headquarters and their radio station, and where now the guerrilla museum is. Not very professional, but with a lot of information about how the movement and the war started, and both in Spanish and English (although guerrilla was written as gorilla, I don’t think that was the idea). Also the radio studio and a guerrilla camp in the forest were there to be visited.
Tourism is not that developed yet in El Salvador, and accommodations are rather basic. According to our 11-year-old travel guide, the question was not if but when you would get sick from the food, and we can tell from experience that this is still the case. The only restaurant kitchen we peeked into was the one in our hostel
In Leon, Nicaragua, we visited the guerrilla museum of the FSLN, the Sandinists. Even less professional than the museum in El Salvador and at first glance it seemed more to be a shelter for FSLN-adepts, but the enthusiastic guide compensated for all. The bizarre end of the visit was a walk on the corrugated-iron-roof of the old building
In Granada, also in Nicaragua, we stayed at the Hotel con Corazon, a ‘hotel with a heart’. This project was initiated a couple of years ago by a member of our student club, together with a friend of his. Goal of the project is to start and run a profitable hotel, and to use the profit to run education projects. The hotel opened almost a year ago and is really a great place to stay
By now we have arrived in Panama-city, and arriving here was a bit like the first arrival to Moscow: chaotic, noisy and aggressive traffic (where Auke even got a little ‘push’ from a bus, one more dent in a pannier!), at first glance mainly grey, badly maintained buildings (although with new glass skyscrapers in the distance), so not too clear what makes the city attractive. But having lunch in the yacht club while seeing the huge ships pass by under the bridge of the Americas is quite nice
***
Vanuit Antigua zijn we naar Lago Atitlan gegaan, een prachtig meer in de hooglanden van Guatemala, omgeven door bergen en 3 vulkanen:
Ook zijn we naar de markt in Chichicastenango (‘Chichi’) geweest, van oorsprong de grootste inheemse markt van Guatemala. Inmiddels is het een mix van inheems en toeristisch geworden, en een groot doolhof van gangen en gangetjes met stalletjes vol souvenirs, kleden, lokale kleding, allerhande huishoudelijke waar, levensmiddelen en eetstalletjes. Voor een volledig beeld tel je hier nog de kleurrijke traditionele kleding van de inheemse marktbezoekers bij op (die in aantallen de toeristen vele malen overstijgen). Op het drukst van de markt ontstaat er een enorme verkeersopstopping waarbij mensen zich links, rechts en zo’n beetje onder ons door langs ons heen wurmden. Ook ideaal voor zakkenrollers, en hier ben ik dan ook voor het eerst van mijn leven gerold. De dief had geen geluk, want de oogst was een portemonnee met slechts 7 Quetzales = € 0,63 en een knoop. Mijn denkfout was ik dacht dat deze zak met rits en knoop niet alleen goed afgesloten was, maar ook te laag zat om te kunnen rollen. Echter, voor de lokale bevolking die niet langer is dan zo’n anderhalve meter, was dit waarschijnlijk precies de juiste hoogte....
Voordeel was wel dat, aangezien ‘zij’ zich zo vrij voelden om mijn portemonnee te nemen, wat ik niet op prijs stelde, ik me zo vrij voelde om volop foto’s te maken, iets wat zij in het algemeen niet echt op prijs stellen. Ik weet het, kromme redenering, maar wel mooie foto’s
De markt is naast een kerk uit 1540, waar het Katholieke geloof en de Maya-rituelen worden gecombineerd: op de trappen voor de kerk en in het middenpad van de kerk zijn de altaren voor de Maya-offers en rituelen, en aan het eind van de kerk is het altaar voor de Katholieke dienst (die wordt gehouden in de taal van de Maya’s). In de kerk zijn zowel een Katholieke priester als diverse shamans aanwezig om mensen bij te staan. Een wonderlijke en intrigerende mix!
Aangezien we het vanaf Tulum wel heel erg rustig aan gedaan hadden, wilden we inmiddels wel het tempo weer iets opschroeven. Dat kwam goed uit, want in Guatemala waren we ook wel uitgekeken, en er was een zeilboot gepland om twee weken later te vertrekken vanaf de Panamese oostkust voor een 5-daagse zeiltocht via de San Blas-eilanden naar Cartagena in Colombia, en deze boot kan ook 2 motorfietsen vervoeren! Dus dat is hoe wij de ‘Darien gap’ gaan overbruggen (er is geen verbinding over land tussen Panama en Colombia, de weg houdt op in het deel van Panama dat Darien heet. Vandaar de naam ‘Darian gap’). Dus we verenigen het nuttige met het aangename!
Maar nu hadden we dus een boot te halen, en zijn we dan ook begonnen aan de tocht van Guatemala door El Salvador, een stukje Honduras, Nicaragua en Costa Rica naar Panama-stad. In totaal een kilometer of 2500, dus prima te doen in 2 weken aangezien de doorgaande wegen vrij goed tot uitstekend zijn. En ook nog tijd om onderweg een aantal dingen te bekijken, en om 5 grensovergangen te doen, niet altijd een onverdeeld genoegen..... Voor ons bestaat elke grensovergang uit 4 stappen: immigratie (voor ons) en douane (voor de motoren) het ene land uit, en daarna immigratie en douane het volgende land in. Hier komt soms nog bij het afsluiten van een motorverzekering, in een aantal landen verplicht om de motor het land in te krijgen, en het maken van kopien van zojuist gekregen documenten en/of stempels (om onduidelijke redenen kunnen ze bij alle grenzen printen en soms zelfs mooie stickers maken, maar geen kopien. Dus moeten wij voor hun de kopien maken van de stempels die zij zetten/documenten die zij uitgeven). Van deze grensovergangen gaan de prijzen voor
- vriendelijkheid naar de immigratie en douane van El Salvador - in
- goedkoopste binnenkomst ook naar El Salvador – in (de enige die gratis is en geen verzekering eist)
- meest kansloze poging tot onduidelijk geld innen is ook voor El Salvador in: bij de laatste slagboomcontrole door de douane kwam een man in een ander uniform naar me toe kwam om te vertellen dat we geacht werden $5 te betalen voor het gebruik van de weg. Hij vertelde het op een toon alsof hij er zelf bij voorbaat al niet in geloofde dat we dat gingen betalen. En daar had hij gelijk in.....
- meest efficiente motor-procedure naar de douane van Nicaragua - in
- meest onduidelijke procedure naar douane Nicaragua - uit (moeten misschien eens gaan kijken bij hun collega’s aan de andere kant van het land?)
- smerigste grens naar Honduras - in (er was dan ook geen prullenbak te bekennen, maar na een mini-windhoosje was de straat wel weer vrij van zwerfvuil)
- de langste wachttijd is voor Costa Rica – in, met anderhalf uur in 1 rij
- als gevolg van de twee hierboven gaat de prijs voor de langste grensovergang naar de grens Nicaragua uit – Costa Rica in, met een totaaltijd van 4 uur. Maar dat valt nog mee, ons record aller tijden staat op de 7½ uur van Libie uit – Egypte in.
- de snelste grensovergang in totaal (uit + in) was anderhalf uur voor Costa Rica uit-Panama in
Op de route hebben we voornamelijk genoten van de mooie landschappen waar we doorheen kwamen, met als hoogtepunten de routes door El Salvador
en door Costa Rica (niet ten onrechte dat het land daar om bekend staat), en een aantal stops gemaakt.
Zo zijn we in El Salvador in Perquin geweest, een dorp in het bergachtige noordoosten van het land waar de guerillabeweging FMLN zijn hoofdkwartier had, en de FMLN - radioomroep zijn (met eierdozen geisoleerde) studio had, en waar nu het guerillamuseum gevestigd is. Niet al te professioneel, maar wel met veel informatie over het ontstaan van de beweging en de burgeroorlog, in het Spaans en zelfs in het Engels (waarbij guerilla werd geschreven als gorilla, misschien niet helemaal wat ze bedoelden). Verder kun je kunt de radostudio en een guerillakamp in het bos achter de gebouwen bezoeken.
Toerisme is nog niet zo erg ontwikkeld in El Salvador, en de voorzieningen zijn dan ook erg basic. Volgens onze resigids was het elf jaar geleden niet de vraag of je ziek werd van het eten maar wanneer, en wij kunnen nu uit ervaring vertellen dat dat nog steeds zo is. De enige restaurantkeuken die we gezien hebben was die van ons hostel
In Leon, Nicaragua hebben we het guerillamuseum van de FSLN (de Sandinisten) bezocht. Nog minder professioneel dan het museum in El Salvador en het leek meer op een hangplek voor oudere FSLN-aanhangers, maar de enthousiaste gids compenseerde dit volledig. Het bezoek werd bizar genoeg afgesloten met een wandeling over het golfplaten dak van het vrij oude, niet best onderhouden pand.
In Granada, ook Nicaragua, hebben we overnacht in Hotel con Corazon, een ‘hotel met een hart’. Het project is een paar geleden gestart door een dispuutsgenoot van Auke (samen met een vriend), met als doel om een winstgevend hotel neer te zetten, en vevolgens de winst van het hotel te gebruiken om onderwijsprojecten op te zetten. Het hotel is nu bijna een jaar open en is een fantastisch plek om te verblijven
Inmiddels zijn we in Panama-stad aangekomen, en die aankomst deed ons denken aan onze eerste kennismaking met Moskou: aankomen in chaotisch, lawaaiig, agressief verkeer (waarbij Auke nog een ‘duwtje’ van een bus kreeg, weer een deuk erbij in een koffer), op het eerste gezicht voornamelijk grauwe, slecht onderhouden gebouwen (hoewel in de verte veel nieuwe wolkenkrabbers te zien zijn), dus op het eerste gezicht weinig aantrekkelijks te ontdekken. Maar lunchen in de 'yacht club' met uitzicht op enorme schepen die komend uit het Panama-kanaal onder de Americas-brug doorvaren was toch wel heel aangenaam